Zo’n twee jaar geleden vroeg Steven me om een pompoenbier te maken. Inderdaad: die grote, oranje groentesoort levert wel degelijk een bier op. De stijl komt – hoe kan het ook anders – uit Amerika, en wordt er gebrouwen ter gelegenheid van – hoe kan het ook anders, bis – Halloween. Stukken pompoen worden geroosterd en dan aan een basisbier toegevoegd. Ook typisch is het gebruik van kruiden, zoals nootmuskaat, allspice, kaneel of koriander. Mijn twist: een pompoenbier op steroïden, van een kleine 9% alcohol. De Pump King was geboren.
Uitzicht: dit is er eentje uit het pre-etiket tijdperk, dus enkel de letters PK op het flesje verraden iets over de inhoud. Het bier zelf is amberkleurig, met lichtjes gekleurd schuim. De pareling is agressief, waarschijnlijk omdat de pompoen verder uitgegist is in de fles.
Geur: een kleine uppercut van alcohol wordt gecompenseerd door zoete karamel. Dat moet de pompoen zijn. Tussendoor drijven wat kruiden, vooral kaneel.
Smaak: de zoete smaak van de gekarameliseerde pompoen vult de mond, en breidt dan uit in warme alcohol, die erg lang blijft hangen. De Pump King heeft z’n naam niet gestolen: dit is duidelijk straffe kost. De alcohol blijft dominant, en geeft geleidelijk een beetje ruimte aan de kruiden. Niet meteen mijn meug, maar het staat er nog steeds. Laat de winter maar komen…