Rogge. Groeit in barre omstandigheden, is vol van smaak, en staat al bekend als krachtvoer sinds de Vikingen er hun winters op overleefden – in hun brood, en hun bier. Hoog tijd dus om dat ook eens te proberen.
In onze kontreien wordt er meestal gebrouwen met gerst. Gerst is “a brewers’ best friend”: het is namelijk erg hanteerbaar in de brouwerij. In tegenstelling tot, bijvoorbeeld, rogge: die graansoort maakt de ‘mash’, het mengsel van water en mout, namelijk erg kleverig. Daardoor is het veel moeilijker te filteren. Iets voor geduldige zielen volgens de ene, a pain in the ass volgens de ander. Benieuwd wat het wordt. Met Columbus, Centennial en Chinook als hoppen kan het alvast niet fout gaan. Hoop ik.
O ja: de helft van het brouwsel ga ik vlak voor het bottelen blenden met campari. Bitter op bitter: benieuwd wat dàt wordt.